Geitenkaassoufflé

• 1,5 eetlepel roomboter
• 2,5 eetlepel bloem
• 1,25 deciliter melk (iets meer)
• 2 eidooiers
• 3 eiwitten
• 75 gram geitenkaas
• handje basilicumblaadjes
• peper en zout

Verwarm de oven voor op 180 graden.

Smelt de roomboter in een pannetje met een dikke bodem. Doe er de bloem bij en roer stevig door.

Giet dan voorzichtig de melk erbij en blijf roeren. De melk wordt langzaam opgenomen door de bloem en boter. Roer tot er geen klontjes meer inzitten. De saus (een blanke roux) is nu zo dik als brinta, misschien nog iets dikker. Als het te dik wordt, kun je er nog wat melk bijgieten. Laat de saus een paar minuten pruttelen op laag vuur.

Sla de eiwitten stijf. Roer de eidooiers los. Snij de basilicum in reepjes.

Neem de pan met roux van het vuur. Roer daar de geraspte kaas door, de eidooiers en de basilicum. Doe er zout en peper bij. De saus moet stevig op smaak zijn – maar denk erom dat je niet meteen teveel zout toevoegt, want de kaas is ook zout.

Schep de opgeklopte eiwitten door de saus. Doe dan de saus in ingevette soufflébakjes. Vul ze tot een paar centimeter onder de rand.

Schuif de soufflé in de oven en bak ze in veertig minuten goudbruin. Doe niet halverwege de oven open om te kijken of het goed gaat. Als je toch wilt kijken: oven op een kiertje, gluren, deurtje zachtjes dichtdoen.  

Haal ze uit de oven en zet ze direct op tafel, want ze zakken binnen een minuut in elkaar (dat kun je zien aan de foto!)

Gebaseerd op het recept uit de onovertroffen De dikke van Dam.