Kaneelbroodjes

  • 600 gram bloem
  • 8 gram gedroogde gist
  • 1 theelepel zout
  • 1 dl melk
  • 100 gram suiker
  • 250 gram roomboter
  • 3 eieren
  • 2 theelepels kaneelpoeder
  • 150 gram bruine basterdsuiker

Verwarm de melk een beetje, los daar een theelepel suiker in op en doe de gist erbij. Zet dat even weg om alvast te gaan gisten.

Smelt 150 gram van de boter (bijvoorbeeld in de magnetron: kijk uit voor boterontploffingen waarna je de magnetron moet uitsoppen. Te voorkomen door boter in kleine blokjes te snijden en door de magnetron niet op vol vermogen te laten draaien, dan maar iets meer geduld – alles is beter dan de magnetron schoonmaken).

Roer bloem, zout en suiker door elkaar. Doe daar de gesmolten boter en het melk-gist mengsel bij. Breek twee eieren boven de kom en kneed van het geheel en zacht en soepel deeg. Misschien is nog wat vocht nodig, dat hangt maar net van de bloem af.

Maak een bol van het deeg en laat het een uurtje rijzen. Laat in die tussentijd de rest van de roomboter uit de koelkast, zodat ‘ie zacht kan worden.

Verwarm de oven alvast voor op 220 graden.

Rol het deeg uit tot een grote rechthoekige lap. Maak een prutje van de zachte roomboter, de basterdsuiker en kaneel. Smeer de deeglap helemaal in met het smeerseltje.

Rol de deeglap strak op en snij het deeg in plakken. Leg de plakken op een bakplaat, met een beetje tussenruimte (ze rijzen nog wat bij het bakken) en smeer ze in met het losgeklopte derde eitje. Bak de kaneelbroodjes in 20 minuten goudbruin en gaar.

Recept: onovertroffen Sylvia Witteman, via haar website. Tijdens rollen en snijden bedacht ik me dat ik een tijdje terug Zweeds Vetebrod heb gemaakt, een vergelijkbaar recept.

Muziek: onovertroffen Ome Willem. Vierjarige Mike noemde de kaneelbroodjes, warm en dampend uit de oven, ‘broodjes poep’. Weerhield hem er niet van om er flink wat op te eten!

Plaats een reactie